Hier aan de Molenwierdstraat staat koren- en pelmolen De Liefde. Deze huidige molen is gebouwd ter vervanging van een molen die tot 1866 in Uithuizen stond, maar de molengeschiedenis van dit dorp gaat nog veel verder terug, zeker tot in de 15e eeuw. Zo was de familie Elema, die woonde op de Elemaheerd in Uithuizen, generaties lang eigenaar van een molen, in elk geval tot 1626. In de zestiende eeuw was Reneko ofwel Rinke Elema (1510-1583) jarenlang eigenaar. In dit boek schreef hij tussen 1536 en 1566 zes bijzondere aantekeningen, namelijk over het onderhoud van zijn molen. Bijzonder, want verder bevat dit boek alleen juridische teksten. Bij elke grote reparatie noteerde Rinke de kosten, de materialen en ook wanneer de reparatie werd uitgevoerd. Zo schrijft hij bijvoorbeeld dat hij in 1545 een nieuwe as voor de molen heeft gekocht. Dit kostte hem 40 gulden. Op deze manier componeerde Rinke Elema haast een soort mini-kroniekje over zijn molen.
Wat is dit voor boek waarin Rinke zijn aantekeningen schreef? En waarom schreef hij ze in dit boek? Alle teksten in dit boek zijn met de hand geschreven. Rinkes aantekeningen over de molen staan nu ongeveer halverwege het boek, op een half leeg blad. Hier schreef hij zes aantekeningen over een periode van dertig jaar. De plek lijkt vreemd, maar is dat niet. Toen Rinke Elema dit boek in bezit had, was dit namelijk de laatste bladzijde van het boek en bevatte het boek alleen de tekst die het handschrift nu tot hier vult: de Saksenspiegel (in het Middelnederlands). Tegenwoordig volgen hierna nog andere teksten in dit boek, maar deze zijn pas later toegevoegd en daarna is er een nieuwe band omheen gebonden. Dit was geen ongebruikelijke manier van doen. Wie die teksten heeft toegevoegd en wanneer precies, weten we niet. Het zal in de zeventiende eeuw zijn gedaan, want uit die tijd stamt de huidige perkamenten band.
Rinke Elema bezat dus een exemplaar van de Saksenspiegel. Dit is het belangrijkste en oudste rechtsboek uit middeleeuws Duitsland. Tot ver na de Middeleeuwen speelde het een belangrijke rol in de rechtspraak, niet alleen in Saksen, maar ook in het noorden en westen van Duitsland en het noordoosten van de Nederlanden. Niet vreemd dus dat een edelman als Rinke Elema hiervan een exemplaar in bezit had. De later toegevoegde teksten zijn ook allemaal rechtsteksten, maar deze hebben expliciet te maken met de wetten, het bestuur en de rechtspraak in de Ommelanden (op één korte tekst na). Ze gaan bijvoorbeeld over het erfrecht en het waterrecht van Fivelingo, Hunsingo, Langewold en Vredewold.
De tekst van de Saksenspiegel is afgeschreven door een zekere Theodericus van Doedenweerda. Dit blijkt expliciet uit een handgeschreven aantekening aan het slot van die tekst (fol. 143v): Finitum et completum per manus Theoderici de Doedenweerda oftewel “Afgerond en voltooid door de handen van Theodericus van Doedenweerda.” Hij schrijft erbij dat hij dit werk afrondde op zaterdag 20 maart 1479. Over deze man is verder niets bekend.
Halverwege de zestiende eeuw was dit boek dus in bezit van Rinke Elema, in een dunnere versie. Meer dan twee eeuwen later had het boek zijn huidige vorm en was het eigendom van het Genootschap Pro Excolendo Iure Patrio. Dit genootschap is opgericht in 1761 door een aantal Groningers “ter grondige beoefening van het vaderlandse recht.” Het genootschap gaf lezingen en verzamelde een uitgebreide collectie boeken met teksten over het vaderlands recht (en dus niet het Romeinse recht). Zo stelde het genootschap een uitgebreide bibliotheek op het gebied van de rechtsgeschiedenis samen van zo’n 3500 juridische en historische boeken, handgeschreven of gedrukt. Sinds 1853 is deze collectie, waaronder dit handgeschreven boek, in permanente bruikleen gegeven aan de Universiteitsbibliotheek Groningen.
Auteurs: Madelief Albers en Adrie van der Laan