Op deze plek stichtte Abbe Freerks Gabbema in 1634 een gasthuis. Vandaag de dag staat hier nog steeds een Gabbemagasthuis, maar dat is niet het originele gebouw. Abbe had een zoon Simon Abbes Gabbema (1628-1688). Simon werd geboren in Leeuwarden en studeerde letteren en rechten in Utrecht, Groningen en Leiden. In 1659 werd hij door de Staten van Friesland benoemd tot officiële historiograaf van Friesland. Als zodanig interesseerde Gabbema zich voor de taal, literatuur en geschiedenis van Friesland. Hij verzamelde een heleboel historische handschriften, zoals een exemplaar van Emo en Menko’s kroniek van het klooster Bloemhof in Wittewierum. Daarnaast maakte Gabbema ook kopieën van handschriften die hij niet zelf in zijn bezit had, en schreef en publiceerde hij eigen werk. Het grootste deel van dat eigen werk is pas na zijn dood uitgegeven, zoals zijn Verhaal van de Stad Leeuwarden. Na Simons dood in 1688 kreeg zijn zus, Walkje Gabbema, z’n collectie geschiedkundige en letterkundige boeken. Op haar beurt liet Walkje de boeken van haar broer na aan het Gabbema Gasthuis. Tegenwoordig is het grootste deel hiervan in bezit van het Koninklijk Fries Genootschap, dat zich inzet voor onderzoek naar en interesse in de Friese geschiedenis en cultuur.
Een van de boeken uit Simon Gabbema’s collectie is dit handschrift in de Universiteitsbibliotheek Groningen. Het is een getijdenboek geschreven in de vijftiende eeuw. Op een van de voorste bladen schreef Gabbema zijn eigen naam en functie plus een jaartal. Dit boek is geschreven in het Nederlands, maar Gabbema schreef zijn aantekening in het Latijn, destijds de internationale taal van geschoolde mensen: “Simon Abbes Gabbema. Hist(oricus) Frisiae MDCLXXXVI” oftewel “Simon Abbes Gabbema, Geschiedschrijver van Friesland, 1686.” Voorin schreef Gabbema ook een lange lijst van de verschillende gebeden die in dit getijdenboek staan.
De UB Groningen kocht Gabbema’s getijdenboek in 1802 op een veiling. Het is een waar kunstwerk, want het bevat veel verluchte hoofdletters, gerubriceerde zinnen en elegante sierlijsten. Daarnaast zijn verschillende bladen verlucht met prachtige vogels en bloemen. In een grote initiaal H zien we Maria met Jezus. Door de sprekende, contrasterende kleuren en glimmende goudverf springen de afbeeldingen in dit handschrift meteen in het oog.
Auteur: Madelief Albers