In de Donatuskerk in Leermens lag tussen 1558 en 1590 op het Maria-altaar een groot, perkamenten missaal. Tijdens diensten werd dit boek dagelijks gebruikt door de priester, die het juiste gebed opzocht. Het missaal is volop gebruikt, zo zien we aan de aantekeningen in de kalender. Ook is het perkament op plekken zacht en glanzend geworden van de vele keren dat vingers de bladzijden hebben omgeslagen. Het missaal was in 1489 gedrukt in Keulen, speciaal voor gebruik in het bisdom Münster.
Dat heeft wat mogen kosten, want het misboek is gedrukt op perkament, wat duurder maar ook steviger is dan papier; vandaar dat het boek nu nog bijna geheel intact is. Wellicht via handelsrelaties tussen Keulen en Groningen is het misboek terecht gekomen in de Donatuskerk. Daar was het onderdeel van de geloofsgemeenschap: belangrijke data, zoals sterfdagen, werden namelijk genoteerd in de jaarkalender. Op zo’n sterfdag werd er dan gebeden voor de overleden persoon, zodat hij of zij sneller in de hemel zou komen. Dit missaal is dus uniek voor de omgeving van Leermens, en een blik op de kalender vertelt ons al van alles over de gemeenschap.
De familie Clant wordt bijvoorbeeld meerdere keren genoemd in het missaal, en wellicht hadden zij zelfs een eigen altaar in de kerk. Het zou ook kunnen dat het boek een tijdje in hun thuis, het Bolsiersemaheerd, heeft doorgebracht. In elk geval is het missaal aan het einde van de 16e eeuw getuige geweest van een misdrijf: Willem Ubbena vervalste het sterfjaar van zijn schoonvader in het misboek, misschien om onder zijn geërfde schulden uit te komen.
Deze daad bleef niet onopgemerkt, en een aantal jaar later werd Willem Ubbena veroordeeld voor vervalsing in geschrifte. Of de vader van Willem, Joachim Ubbena, die burgemeester was van de stad Groningen, nog leefde toen dit gebeurde is onduidelijk. Als dat zo was, zal hij niet blij zijn geweest met de fratsen van zijn zoon.
Na deze gebeurtenis verliezen wij het misboek een tijdje uit het oog. Wel is het slachtoffer geworden van vandalisme, want iemand heeft alle met bladgoud versierde initialen uit het boek gesneden.
Wellicht om een ander boek te verrijken? We weten het niet zeker, maar in de Middeleeuwen werd dit wel vaker gedaan. Dit houdt verband met het fenomeen maculatuur. Een ander voorbeeld hiervan is dit gebedenboek uit de bibliotheek van de Radboud Universiteit in Nijmegen, waar initialen juist zijn ingeplakt. Verder is het perkamenten boek dankzij zijn stevige materiaal echter erg goed bewaard gebleven. In de 19e eeuw is het beland bij de Groninger archivaris R.K. Driessen, die een poging deed om de geschiedenis van het boek te achterhalen. Hij vermoedde dat het was gebruikt in de Akerk in de stad Groningen, maar hij had het mis: de stad Groningen gebruikte namelijk niet het missaal van Münster, maar het missaal van Utrecht. Nu weten we dat het missaal in de Donatuskerk van Leermens is gebruikt. Na de dood van R.K. Driessen in 1832 is het boek verkocht op een veiling, waar de Universiteitsbibliotheek het aanschafte. Zo ligt het misboek vandaag de dag veilig in de Bijzondere Collecties van de UB Groningen. Af en toe gaat het nog op reis om bewonderd te worden. Zo was het in 2001 te zien in de tentoonstelling Hel en Hemel die de cineast en kunstenaar Peter Greenaway maakte voor het Groninger Museum. In deze tentoonstelling stond het dagelijks leven in de Middeleeuwen centraal. Momenteel is het te zien in het Fries Museum in Leeuwarden in Vrijheid, Vetes, Vagevuur, een expositie over de Middeleeuwen in het Noorden.
Auteur: Kjelda Glimmerveen