Kroniek aan de ketting

Groningen

Hier in de bibliotheek van de Martinikerk lag in de 16e eeuw het meest geïllustreerde boek uit die tijd aan de ketting. Hoe kwam het hier terecht?

Luister dit verhaal als podcast

De Martinikerk is al sinds de vroege Middeleeuwen een belangrijk onderdeel van de stad Groningen. De bibliotheek van de kerk was goed gevuld met boeken die vooral als naslagwerken dienden voor de geestelijken van de stad, maar ze had wellicht ook de functie van stadsbibliotheek. Hier heeft in de 16e eeuw een tijd lang dit boek gelegen: Liber Cronicarum, ook wel bekend als de Wereldkroniek van Neurenberg. Dit soort boeken lagen in de librije van de Martinikerk ‘aan de ketting’ : aan de boekband was een ketting bevestigd, die weer vastzat aan een boekenkast, zodat je de boeken niet kon meenemen. Maar hoe kwam dit boek hier in de Martini terecht?

Titelblad van Schedels Wereldkroniek met handgeschreven mededeling dat meester Rodolphus Kannegheter dit boek per testament aan de bibliotheek van de Martinikerk in Groningen heeft vermaakt. “Gebruikers moeten bidden voor de ziel van de schenker.”

Deze wereldkroniek is samengesteld door Hartmann Schedel, een arts uit Neurenberg met brede interesse in kunst en wetenschap, en uitgegeven in 1493. Schedel wilde de geschiedenis van de wereld beschrijven en daarna het einde der tijden, de apocalyps, gebaseerd op de christelijke eschatologieEschatologie is een theologische term voor de leer over het einde der tijden. Verschillende religies hebben compleet verschillende ideeën over wat er dan zal gebeuren. De wereldreligies jodendom, islam en christendom hebben wel het idee gemeen dat er een messias of profeet zal komen. In de christelijke eschatologie, die in deze Wereldkroniekaan de orde is, staat de wederkomst van Jezus centraal en de Dag des Oordeels — de dag waarop God over iedereen zal oordelen. In deze kroniek wordt dit proces, net als de komst van de Antichrist, uitgebreid beschreven en geïllustreerd. In één afbeelding is te zien dat engelen de gelukkigen naar de hemel leiden, terwijl duiveltjes mensen aan hun haren hun graf in trekken.. Hij deed dit in samenwerking met allerlei kunstenaars en wetenschappers — allemaal humanistenHumanisten waren in de Renaissance intellectuelen die de studia humanitatis (vakken van beschaving) beoefenden en beschouwden als de basis voor onderwijs en vorming van beschaafde mensen, waarbij ze de talen en culturen van de Grieks-Romeinse Oudheid als lichtend voorbeeld namen. Hierbij ging het om vijf vakken: grammatica (taal), retorica (communicatie), poëzie (schrijfkunst), geschiedschrijving (gedrag in de praktijk) en ethiek (gedrag in theorie)., net als Hartmann Schedel zelf.

Het boek is gedrukt in Neurenberg door Anton Koberger, een van de succesvolste drukkers van Duitsland, en het werd een daverend succes. Honderden zwart/wit illustraties gemaakt door middel van houtsnedenHoutsneden zijn gedrukte afbeeldingen gemaakt door middel van houtsnijkunst. In een houten plaat wordt met een beiteltje een afbeelding gesneden, waarna de plaat met inkt wordt bedekt. Dan kan de plaat op papier worden gedrukt en ontstaat er een inkt-illustratie in spiegelbeeld. In Europa zijn de eerste houtsneden gemaakt in de 14e eeuw. Na de uitvinding van de drukpers in de 15e eeuw werd de techniek ook gebruikt in de boekdrukkunst. sieren de bladzijden van deze wereldkroniek en maakten dit toentertijd het meest geïllustreerde boek ter wereld. Een voorbeeld is de Danse Macabre, de dodendans, een veelvoorkomend thema in middeleeuwse kunst. We zien vijf skeletten, waarvan drie in een levendige dans zijn verwikkeld, terwijl een vierde een instrument bespeelt en de vijfde net uit zijn graf omhoog komt. Deze afbeelding is nog steeds erg populair en zelfs te koop op t-shirts.

In ons exemplaar zijn illustraties in het begin van het boek ingekleurd, maar later ontbreekt alle kleur. Wellicht heeft een boekhandelaar opdracht gegeven tot afzettenHet inkleuren van kaarten en afbeeldingen werd ook wel afzetten genoemd. Op kaarten werden randen van gebieden ‘afgezet’ met kleur om voor een duidelijk contrast tussen gebieden te zorgen. Uiteindelijk werden inkleurders algemeen bekend als afzetters. Sommige afbeeldingen werden ingekleurd om praktische redenen, bijvoorbeeld bij afbeeldingen van planten en dieren: daarvan wil je graag de werkelijke kleuren zien. Andere boeken werden puur voor de sier ingekleurd, vooral religieuze: zo kregen ook gelovige analfabeten een goed beeld van de religieuze boodschap. Niet zelden lieten boekhandelaren hun boeken zelf afzetten om de boeken tegen een veel hogere prijs te kunnen verkopen. Zo werden de ingekleurde exemplaren van Hartmann Schedels Wereldkroniek voor de dubbele prijs verkocht., maar dit is nooit afgemaakt. Of is één van de vroegere eigenaren hiermee begonnen? Ook heeft iemand allerlei aantekeningen gemaakt in de kantlijn en zinsneden onderstreept: Angeli primo creati (“Eerst zijn de engelen geschapen”) lezen we bijvoorbeeld in een kantlijn. Nog opvallender is de wereldkaart achterin het boek. Hierop staat ook het huidige grondgebied van Nederland afgebeeld en boven Frisia is een eiland afgedrukt. In dat eiland staat met de hand geschreven: groningen. Wie heeft dit opgeschreven?

INC 163, fol. 2r met aantekeningen in de marge
INC 163, kaart na fol. 299: “groningen” met de hand geschreven op het eiland naast FRISIA
INC 163, fol. 5v
INC 163, fol. 21r: Sodom en Gomorra (Bijbel, Genesis 19:1-29)
INC 163, fol. 14v: aartsvader Noach (Bijbel, Genesis 6-9)
INC 163, fol. 91r: Keulen aan de Rijn met de Dom in aanbouw (rechterdeel van de prent)

Een kandidaat is Rodolphus Kannegheter, pastoor in Noordlaren aan het einde van de 15e eeuw. Kannegheter was ook lid van de prestigieuze kalendebroederschapKalendebroederschappen waren groepen leken en geestelijken in Noord-Duitsland en Nederland die periodieke bijeenkomsten hielden waarbij vooral gebeden voor overledenen prioriteit hadden. Verder hielden de kalendebroeders zich bezig met het ondersteunen van armen en was het hun doel om sober te leven. Oorspronkelijk kwamen zij op de eerste dag van de maand (in het Latijn: Kalendae) bijeen — vandaar hun naam. In Groningen bestond dit genootschap sinds 1318 en trok het prominente leden aan, zoals belangrijke geestelijken. Twee keer per jaar kwam dit genootschap bijeen om psalmen te zingen en een maaltijd te delen. Dit hadden sobere bijeenkomsten moeten zijn, maar dat was niet altijd het geval: soms werd er zoveel alcohol gedronken dat er kritiek op kwam., die trouwens ook wel eens bijeenkwam in de Martinikerk. Hij was dus een Groninger én betrokken bij de geestelijke gemeenschap in Groningen. Heeft Kannegheter Groningen toegevoegd aan de wereldkaart? Wellicht was hij de eerste bezitter van deze editie, maar misschien was er nog een eigenaar vóór hem: voorin het boek staat namelijk anno domini 1500 opgeschreven.

Kannegheter overleed in 1506 en zo kwam het boek terecht in de bibliotheek van de Martinikerk: dat had hij namelijk in zijn testament bepaald. Ruim anderhalve eeuw later was het boek in het bezit van een Jacob Canter. Hoe die aan het boek kwam, is onbekend. Misschien was hij wel degene die de aantekeningen maakte. In ieder geval gaf Canter dit boek in 1683 aan Julius Schelto van Aitzema.

Deze Julius Schelto van Aitzema was in de 17e eeuw burgemeester van Dokkum. In 2021 was een afbeelding van hem in functie nog in het Rijksmuseum te bewonderen. De kunstenaar Gerard ‘Gatze’ Wigmana uit Workum maakte in 1697 dit schilderij van de burgemeester samen met zijn familie, hun slaven en een onbekende, maar schijnbaar belangrijke gast. In het Rijksmuseum was in 2021 de tentoonstelling Slavernij te zien en voor deze expositie is het schilderij toen tijdelijk van zijn vaste plek in het stadhuis van Dokkum naar Amsterdam overgebracht.

In 1714 overleed Van Aitzema en in 1758 wordt de kroniek voor het eerst genoemd in de catalogus van de Universiteitsbibliotheek Groningen.

Auteur: Kjelda Glimmerveen

  • Heeft u extra informatie?Help ons dit verhaal aan te vullen
    Naam
    Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.