Kroniek en kalendebroeder

Noordlaren

Hier werkte eind 15e eeuw een pastoor die het rijkst geïllustreerde boek van die tijd in bezit had. Wat las hij in die wereldkroniek van wonderen?

Luister dit verhaal als podcast

Deze Bartholomeuskerk in Noordlaren staat er al sinds de 13e eeuw en heeft eeuwenlang een belangrijke positie voor de omgeving vervuld. Ook staat de kerk bekend om haar rijke beschilderingen, waaronder een twee meter hoge schildering van Christus met de apostelen uit de 13e eeuw. Helaas zijn deze schilderingen nogal beschadigd door het metselwerk dat later is toegevoegd. Maar eind 15e eeuw waren de schilderingen nog intact, in de tijd dat Rodolphus Kannegheter hier pastoor was. 

Rodolphus Kannegheter kwam uit een familie van geestelijken en was ook zelf erg actief in de gemeenschap. Hij was bijvoorbeeld lid van de prestigieuze Groningse kalendebroederschap.Kalendebroederschappen waren groepen leken en geestelijken in Noord-Duitsland en Nederland die periodieke bijeenkomsten hielden waarbij vooral gebeden voor overledenen prioriteit hadden. Verder hielden de kalendebroeders zich bezig met het ondersteunen van armen en was het hun doel om sober te leven. Oorspronkelijk kwamen zij op de eerste dag van de maand (in het Latijn: Kalendae) bijeen — vandaar hun naam. In Groningen bestond dit genootschap sinds 1318 en trok het prominente leden aan, zoals belangrijke geestelijken. Twee keer per jaar kwam dit genootschap bijeen om psalmen te zingen en een maaltijd te delen. Dit hadden sobere bijeenkomsten moeten zijn, maar dat was niet altijd het geval: soms werd er zoveel alcohol gedronken dat er kritiek op kwam.Bovendien was hij de gelukkige eigenaar van het boek Liber Cronicarum, ook wel bekend als de Kroniek van Neurenberg. 

Titelpagina van de kroniek met handgeschreven mededeling dat dit boek per testament door meester Rodolphus Kannegheter aan de bibliotheek van de Martinikerk in Groningen is vermaakt. “Gebruikers moeten getrouw bidden voor de ziel van de testateur.”

Deze wereldkroniek is geschreven door Hartmann Schedel, een arts uit Neurenberg met brede interesse in kunst en wetenschap, en uitgegeven in 1493. Het boek had als doel om de geschiedenis van de wereld te beschrijven, en daarna de apocalyps, gebaseerd op christelijke eschatologieEschatologie is een theologische term voor de leer over het einde der tijden. Verschillende religies hebben compleet verschillende ideeën over wat er dan zal gebeuren. De wereldreligies jodendom, islam en christendom hebben wel het idee gemeen dat er een messias of profeet zal komen. In de christelijke eschatologie, die in deze Wereldkroniekaan de orde is, staat de wederkomst van Jezus centraal en de Dag des Oordeels — de dag waarop God over iedereen zal oordelen. In deze kroniek wordt dit proces, net als de komst van de Antichrist, uitgebreid beschreven en geïllustreerd. In één afbeelding is te zien dat engelen de gelukkigen naar de hemel leiden, terwijl duiveltjes mensen aan hun haren hun graf in trekken.. Schedel deed dit in samenwerking met een team van kunstenaars, wetenschappers en historici.

Het boek is gedrukt in Neurenberg door Anton Koberger, één van de meest succesvolle drukkers van Duitsland, en het werd een daverend succes. Honderden zwart/wit illustraties, gemaakt door middel van houtsnedenHoutsneden zijn gedrukte afbeeldingen gemaakt door middel van houtsnijkunst. In een houten plaat wordt met een beiteltje een afbeelding gesneden, waarna de plaat met inkt wordt bedekt. Dan kan de plaat op papier worden gedrukt en ontstaat er een inkt-illustratie in spiegelbeeld. In Europa zijn de eerste houtsneden gemaakt in de 14e eeuw. Na de uitvinding van de drukpers in de 15e eeuw werd de techniek ook gebruikt in de boekdrukkunst., sieren de bladzijden van deze wereldkroniek en maakten dit toentertijd het meest geïllustreerde boek ter wereld. Een voorbeeld is een illustratie van de Danse Macabre, de dans van de dood, een thema dat veel voorkomt in middeleeuwse kunst. We zien vijf skeletten, waarvan drie in een levendige dans verwikkeld zijn, terwijl een vierde een instrument bespeelt en de vijfde net uit zijn graf omhoog komt. Deze afbeelding is nog steeds erg populair en zelfs te koop op t-shirts.

In ons exemplaar zijn illustraties in het begin van het boek handmatig ingekleurd, maar later ontbreekt alle kleur. Wellicht heeft een boekhandelaar de opdracht gegeven tot afzettenHet inkleuren van kaarten en afbeeldingen werd ook wel afzetten genoemd. Op kaarten werden randen van gebieden ‘afgezet’ met kleur om voor een duidelijk contrast tussen gebieden te zorgen. Uiteindelijk werden inkleurders algemeen bekend als afzetters. Sommige afbeeldingen werden ingekleurd om praktische redenen, bijvoorbeeld bij afbeeldingen van planten en dieren: daarvan wil je graag de werkelijke kleuren zien. Andere boeken werden puur voor de sier ingekleurd, vooral religieuze: zo kregen ook gelovige analfabeten een goed beeld van de religieuze boodschap. Niet zelden lieten boekhandelaren hun boeken zelf afzetten om de boeken tegen een veel hogere prijs te kunnen verkopen. Zo werden de ingekleurde exemplaren van Hartmann Schedels Wereldkroniek (1493) voor de dubbele prijs verkocht., maar is de opdracht nooit afgemaakt. Of is misschien één van de vroegere eigenaren van ons exemplaar hiermee begonnen? Ook heeft iemand allerlei aantekeningen gemaakt in de kantlijn, en zinsneden onderstreept: Angeli primo creati (“Eerst zijn de engelen geschapen”) lezen we bijvoorbeeld in een kantlijn. Nog opvallender is de wereldkaart achterin het boek. Hierop staat ook het huidige grondgebied van Nederland afgebeeld, met daarboven een eilandje. In dat eilandje staat geschreven: groningen. Misschien dat Kannegheter, als Groninger, dit heeft opgeschreven? Het zou echter ook kunnen dat een andere, nog onbekende, eigenaar dit heeft gedaan. Voorin het boek staat bijvoorbeeld anno domini 1500 opgeschreven, misschien door iemand die dit boek nog vóór Kannegheter in zijn bezit had.

INC 163, fol. 2r met aantekeningen in de marge
INC 163, kaart na fol. 299: “groningen” met de hand geschreven op het eiland naast FRISIA
INC 163, fol. 5v

Na Kannegheters dood in 1506 kwam het boek volgens zijn testament terecht in de bibliotheek van de Martinikerk in Groningen, die wellicht ook functioneerde als stadsbibliotheek. Daar zal het voornamelijk zijn gebruikt door geestelijken. In deze bibliotheek lagen dit soort boeken ‘aan de ketting’: aan de boekband werd een ketting bevestigd, die weer vast zat aan een boekenkast, zodat je de boeken niet kon meenemen. Ruim anderhalve eeuw later was het boek in handen van Jacob Canter. Hoe hij het boek in zijn bezit heeft gekregen, is onbekend. Misschien was hij wel degene die de aantekeningen maakte. In ieder geval gaf hij het boek in 1683 aan Julius Schelto van Aitzema, wiens geschilderd portret in het stadhuis van Dokkum hangt. In 1714 overleed Van Aitzema en in 1758 wordt deze Wereldkroniek voor het eerst genoemd in de catalogus van de Universiteitsbibliotheek Groningen.

Auteur: Kjelda Glimmerveen

  • Heeft u extra informatie?Help ons dit verhaal aan te vullen
    Naam
    Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.