Portret van een abdij

Aduard

In Aduard stond in de Middeleeuwen een enorm klooster dat zowel economisch als cultureel zeer invloedrijk is geweest.

Luister dit verhaal als podcast

Hier staat de Abdijkerk van de Protestantse gemeente Aduard. Ooit was dit de ziekenzaal van een klooster. Deze handgeschreven kroniek portretteert alle abten van dit klooster.

Het Sint-Bernardusklooster is gesticht in Aduard in 1192. Het was het eerste cisterciënzerDe orde van de Cisterciënzers is een kloosterorde binnen de katholieke kerk gesticht in 1098 met als doel strengere naleving van de regels van Benedictus van Nursia, de grondlegger van het fenomeen klooster. De orde werd snel populair en stichtte honderden mannenkloosters en vrouwenkloosters verspreid over heel Europa. Deze kloosters streefden naar een volkomen zelfstandig bestaan, een leven van het werk van de eigen handen. klooster in de Groninger Ommelanden en op zijn hoogtepunt één van de grootste cisterciënzer abdijen in heel Europa. Grondbezit was kenmerkend voor kloosters van deze orde. Hun succes dankten ze mede aan de manier waarop ze economisch georganiseerd waren. Een klooster had niet alleen monniken of nonnen, maar ook conversen (lekenbroeders en lekenzusters) die het dagelijkse werk deden—op zogenaamde uithoven of voorwerken: boerderijen verbonden aan het klooster die door leken werden gerund. Klooster Aduard had een flink aantal uithoven.

De economische kant van dit klooster blijkt uit het cartulariumEen cartularium is een boek met handgeschreven kopieën van belangrijke officiële documenten (bijv. oorkonden) met betrekking tot een instelling zoals een klooster of zijlvest. van het Aduarder Zijlvest. Het klooster speelde namelijk een belangrijke rol in het waterbeheer van zijn omgeving. Dit cartularium is geschreven in 1534, op perkament, in opdracht van Johan Bellinckhoven van Rees. Hij was cellerarius (econoom) van het klooster en voorzitter van het Aduarder Zijlvest. Het boek bevat documenten uit 1382 tot 1627. Alles is geschreven in de volkstaal. De huidige leren band met goudbestempeling is rond 1600 aangebracht.

Het cartularium van het Aduarder Zijlvest heeft een leren band met goudbestempeling aangebracht in het jaar 1600.

Economisch succes was vaak een gevolg van geestelijke bloei. In de tweede helft van de 15e eeuw floreerde klooster Aduard in geestelijke zin. Abt Hendrik van Rees (1449-1485) was een pionier van intellectuele vernieuwing. Hij was gastheer van een kring van geleerden die het humanisme uit Italië propageerden. Erasmus van Rotterdam werd later het boegbeeld van dit humanisme in de Nederlanden, maar zijn held hoorde bij de Aduarder kring: Rudolf Agricola uit Baflo (1444-1485). Uit heel Frisia, de oostelijke Nederlanden en Westfalen kwamen intellectuelen naar Aduard. Hier inspireerden ze elkaar met de nieuwste geleerdheid uit Italië op het gebied van taal, ethiek en educatie. Dit gedachtegoed verspreidden ze daarna via het onderwijs in de Lage Landen en Duitsland. Zo deed Erasmus deze ideeën op als leerling van de Latijnse school in Deventer. Daar was één van zijn leraren Alexander Hegius, die zelf een pupil van Agricola was.

De humanist en arts Adolf Occo.
De arts en humanist Adolf Occo (1447-1503) op zijn grafmonument bij de Dom in Augsburg. Het is veelzeggend dat Agricola’s boezemvriend als lezer met een boek is afgebeeld.

Brieven zijn een belangrijke bron voor onze kennis van humanistisch Aduard. De betrokkenen schreven elkaar brieven die getuigen van de humanistische leescultuur die bloeide in het klooster. Zo blijkt uit brieven van Agricola aan zijn Oostfriese boezemvriend Adolf Occo, die met hem in Ferrara studeerde en stadarts in Augsburg werd, dat ze allebei klassiek Grieks kenden—wat in hun tijd zelfs onder geleerden uitzonderlijk was. Ook Occo was in Aduard geweest, want Agricola schrijft hem dat de abt goed gezond is en vaak herinneringen aan Occo ophaalt.

De abtenkroniek zwijgt over de Aduarder kring. Blijkbaar was dit niet het soort verdienste waarmee de auteur Hendrik van Rees als abt wilde portretteren. De kroniek schetst korte portretten van 34 van de 36 abten. Feitelijk werd het klooster opgeheven in 1580, toen abt en monniken vluchtten naar het Aduarder refugiumEen refugium was een gebouw in de stad dat voor een klooster diende als toevluchtsoord in geval van nood en als uitvalsbasis om zaken te regelen. aan de Munnekeholm in de stad Groningen. In 1581 ging het klooster in vlammen op tijdens de Tachtigjarige Oorlog. In 1595 is het formeel opgeheven en vrij snel afgebroken. Met de kloostermoppen is het dorp Aduard opgebouwd. Door het rampzalige einde zijn nauwelijks boeken uit het klooster bewaard.

De abtenkroniek is in fases geschreven. De eerste auteur portretteerde alle abten tot het einde van de 15e eeuw. Daarna hebben in de 16e eeuw zeven verschillende auteurs portretten van abten uit hun eigen tijd toegevoegd. Van deze abtenkroniek zijn elf handgeschreven versies bewaard. In 1719 is de tekst gedrukt. Het papieren exemplaar van de UB Groningen dateert uit de eerste helft van de 17e eeuw. Het portretteert alle abten tot 1578. Rond 1775 schonk de Groninger jurist Hendrik Jan Nauta dit handschrift aan de Universiteitsbibliotheek van zijn stad.

Auteur: Adrie van der Laan

  • Heeft u extra informatie?Help ons dit verhaal aan te vullen
    Naam
    Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.